In maart 1960 gebeurde er iets opmerkelijks boven de lucht van Bario, een dorp in de Maleisische staat Sarawak op het eiland Borneo. Vanaf een vliegtuig van de Royal Air Force (RAF) werden katten gedropt – gelukkig veilig in kratten met parachutes. Het doel? Een rattenplaag bestrijden die het dorp in zijn greep had.

De RAF stuurde deze dappere katten vanuit Kuching, de hoofdstad van Sarawak die liefkozend “de Stad van de Katten” wordt genoemd. Het dorp werd geteisterd door een enorme toename van ratten, en zonder hun natuurlijke vijand, de kat, liepen de oogsten gevaar. De reden dat er zo weinig katten over waren? Een eerdere actie tegen malaria had onbedoeld geleid tot de dood van veel katten.

In de jaren 1950 werd DDT, een insecticide, gebruikt om malaria te bestrijden door de muggenpopulatie uit te roeien. Helaas bleek het middel ook dodelijk voor katten. Omdat katten zich constant verzorgen door hun vacht te likken, slikten ze de giftige stof in en vielen ze ten prooi aan vergiftiging. Zonder katten groeide de rattenpopulatie explosief.

Om de oogsten en de gezondheid van de dorpsbewoners te redden, werd een oproep geplaatst in de The Straits Times: “GEZOCHT: 30 vliegende katten om ratten te verjagen.” Hierop doneerden de inwoners van Kuching 23 katten, die met een vliegtuig naar Bario werden gebracht.

Flying Officer Nimmo leidde de missie en droeg de zorg voor het veilig droppen van meer dan 20 katten. Bij aankomst werden de katten warm onthaald door de dorpelingen. Een bedankbericht aan de RAF vermeldde: “Hartelijk dank aan de RAF en iedereen die heeft meegeholpen aan de luchtdropping; ook aan de katdonateurs en mandenmakers. Alle katten veilig aangekomen en zeer gewaardeerd.”

Deze bijzondere gebeurtenis, die bekend werd als de “Cat Drop”, toonde de kracht van onze geliefde viervoeters in het gevecht tegen ongedierte en hun rol in het beschermen van gemeenschappen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *