Een nieuw wetenschappelijk kattenproject is van start gegaan: Darwin’s Cats. Met slechts een plukje kattenhaar wil de organisatie duizenden katten genoomkaarten geven – zonder naald of stress.
Darwin’s Ark, een nonprofit die eerder al grote successen boekte met het project Darwin’s Dogs, heeft nu zijn zinnen gezet op de genetische geheimen van katten. En dat doen ze op een unieke manier: met losgekomen vacht.
Het initiatief gebruikt zogenaamde fur-based sequencing – oftewel DNA-onderzoek via kattenhaar dat gewoon met een borstel verzameld wordt. Geen bloed, geen speeksel, geen gedoe. Katteneigenaren kunnen thuis een haarmonster verzamelen en insturen, samen met een uitgebreide vragenlijst over hun kat.
“Veel wetenschappers geloofden niet dat het mogelijk was om uit los haar genoeg DNA te halen,” vertelt Dr. Elinor Karlsson van Darwin’s Ark. “Maar ons team ontwikkelde een techniek die dat tóch mogelijk maakt. We hebben inmiddels bewezen dat haar zelfs beter werkt dan speeksel, omdat het nauwelijks bacteriën bevat.”
Het doel? Het DNA van 100.000 katten analyseren en combineren met data over gedrag, gezondheid en uiterlijk. Daarmee ontstaat een enorme, open wetenschappelijke database die vragen moet beantwoorden als:
- Welke genen veroorzaken hartziekten of nierproblemen bij katten?
- Is het jachtinstinct genetisch bepaald?
- Hoe verspreidden katten zich over de wereld?
- En: hoe ontstaan die bijzondere vachtpatronen?
Ook voor eigenaren is dit belangrijk. De resultaten kunnen in de toekomst leiden tot betere diagnostiek, gezondere fokprogramma’s en misschien zelfs inzichten die ook in de menselijke geneeskunde van pas komen.
Tags: katten, genetica, DNA, kattengedrag, Darwin’s Ark, kattenhaar, kattenonderzoek, fur-based sequencing, kattenwetenschap, kattengenoom