Rechtbank Overijssel, 25 september 2024 — In een recent kort geding heeft de Rechtbank Overijssel de vorderingen van een eisende partij afgewezen. De zaak draaide om de vraag of er een schenkingsovereenkomst tot stand was gekomen voor een kitten tussen de eisers en de gedaagde.

De eisers, die eerder in de woning van de gedaagde verbleven, stelden dat zij een kitten aangeboden hadden gekregen na het overlijden van hun eigen kat. Echter, de rechter concludeerde dat de eisers het aanbod twee keer hadden afgewezen en er geen bewijs was dat een schenkingsovereenkomst was gesloten. De gedaagde had de kitten inmiddels aan een derde verkocht.

De voorzieningenrechter oordeelde dat het niet aannemelijk was dat het aanbod door de eisers later was aanvaard en wees de vorderingen af. Tevens werd de eisende partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten, welke op €50 zijn begroot.

Voor meer details en volledige uitspraak, zie Rechtspraak.nl.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *